.

Veel gestelde vragen

1. Wat is het verschil tussen oefentherapie Cesar en Mensendiek?
Marie Cesar was een leerling van Bess Mensendieck, die na haar opleiding tot oefentherapeut Mensendieck een eigen visie ontwikkelde. Zij vond de methode te statisch, wilde meer gebruik maken van hogere tempo's en ritmes. Een groot verschil is dat de Cesar therapeut de oefeningen voordoet. een oefentherapeut Mensendieck geeft daarentegen alleen een mondelinge instructie.
Nog steeds zijn er echter veel overeenkomsten tussen Mensendieck en Cesar.

2. Wat is het verschil tussen fysiotherapie en oefentherapie?
De fysiotherapeut behandelt mensen d.m.v. het gebruik van fysische technieken. Door b.v. UKG of interferentie-apperatuur. Massage wordt toegepast bij klachten waarbij spieren een te hoge spanning hebben. Een fysiotherapeut geeft zo nodig ook oefeningen, maar dit is vaak slechts een klein deel van het gehele behandelprogramma. De fysiotherapeut volgt vaak bij het geven van oefeningen een behandelprotocol, maar werkt niet met de principes van de methode Cesar/Mensendieck.
Een oefentherapeut laat de patiënt actief werken. Ze werkt met spiegels, zodat iedere spierspanning en gewrichtsbeweging goed te zien is. De oefentherapeut volgt geen behandelprotocollen. Niets is standaard, het oefenprogramma is altijd maatwerk. Voor iedere patiënt/cliënt is er sprake van een individuele aanpak, waarbij bewustwording van de patiënt centraal staat.

3. Waarom is alleen massage vaak niet voldoende bij klachten?
Het nadeel van massage is dat het vaak kortdurend effect heeft. Er wordt immers niets aan de oorzaak van de klacht gedaan. Met behulp van een analyse van het houdings- en bewegingspatroon wordt door de oefentherapeut naar de oorzaak gezocht die aan de klacht ten grondslag ligt, om daar vervolgens voor zover mogelijk iets aan te doen. Massage kan soms wel ondersteunend werken om een vicieuze cirkel te doorbreken.

4. Kan ik mijn houding nog verbeteren op mijn leeftijd?
Ja, het is mogelijk om nog op vergevorderde leeftijd actief bezig te zijn met uw houding en manier van bewegen. Of uw houding ook dusdanig gecorrigeerd kan worden zoals u wenst hangt van vele factoren af. De leeftijd is er slechts één van. Juist bij het ouder worden is het van belang uw lichaam soepel en sterk te houden. Wanneer u regelmatig oefent en gezond en bewust blijft bewegen, zult u dar zeker baat bij hebben.

5. Is het ook geschikt voor kinderen?
Ja, soms wordt door een huisarts of schoolarts geconstateerd dat er een houdings- of ontwikkelingsprobleem (scoliose, kyfose, lordose) is. De arts kan dan adviseren om naar een oefentherapeut te gaan. De meeste kinderen die wij in de praktijk zien zijn minimaal 6 jaar oud. U kunt ook zonder verwijsbrief bij ons terecht, zodat wij de houding van uw kind kunnen beoordelen en zonodig behandelen.

6. Komt u ook op de werkplek kijken?
Wanneer de klachten sterk gerelateerd zijn aan de werkomstandigheden, kan een bezoek van de oefentherapeut aan de werkplek nuttig zijn. De therapeut kan aanwijzingen geven hoe een werkplek ergonomisch verbeterd kan worden. Daarnaast is het zinvol om de geoefende werkhoudingen en bewegingen op de werkplek te herhalen met de therapeut erbij. Zij kan eventuele knelpunten signaleren en correcties geven.

7. Hoeveel behandelingen heb ik nodig?
Dit hangt af van de gestelde diagnose, de fysieke mogelijkheden, maar ook van de motivatie en inzet van de patiënt. In overleg met de therapeut krijgt u hier meestal wel duidelijkheid over.

8. Kan ik ook therapie aan huis krijgen?
Ja, dat kan als uw (verwijzend) arts hiermee instemt. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een operatie. De oefentherapeut komt dan bij u aan huis om u therapeutisch te begeleiden. Zij kan u ook leren lopen met hulpmiddelen, zoals een rollator of een kruk, waarbij eerst de juiste hoogte wordt ingesteld.